Verandert de crisis onze normen?
Het zijn lastige tijden, zowel voor profit als voor not-for-profit organisaties. Door de coronacrisis en de daarbij ingestelde ‘lock down’ is veel bedrijvigheid verminderd of zelfs volledig tot stilstand gekomen. De omzet valt geheel of gedeeltelijk weg. Maar veel kosten, vooral personeelskosten en huurbetalingen, gaan gewoon door. Geen wonder dat nogal wat organisaties snel in financiële nood komen, en goed dat onze rijksoverheid hen te hulp komt met geld, soms veel geld. Waarbij opvalt dat sommigen die hulp niet of nauwelijks nodig hebben (Zeeman bijvoorbeeld), terwijl anderen zonder hulp al snel failliet zouden zijn (Air France-KLM bijvoorbeeld). Waar ligt dat aan? In zijn algemeenheid kan worden gesteld: hoe gezonder een organisatie financieel is, des te langer kan zij een crisis overleven.
Solvabiliteit en liquiditeit
De financiële gezondheid van een organisatie kan worden afgeleid uit cijfers in de jaarrekening. De jaarrekening is het belangrijkste onderdeel van het jaarverslag. Hier is de financiële situatie op een bepaald moment uit op te maken evenals de financiële prestaties van de afgelopen periode. De wetgever verwoordt de doelstelling van de jaarrekening in BW 2:362 lid 1 als volgt:
‘De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon.’
In deze omschrijving komen de aspecten solvabiliteit en liquiditeit naar voren.
Solvabiliteit vertelt iets over het vermogen om schulden (zowel kortlopend als langlopend) te kunnen voldoen. Solvabiliteit wordt bepaald door middel van kengetallen. Een veelgebruikt kengetal is de verhouding tussen het vreemde en het eigen vermogen (ook wel ‘leverage’ genoemd). Liquiditeit vertelt iets over de financiële positie op korte termijn. Een veelgebruikt kengetal om dit te bepalen is de verhouding tussen vlottende activa (voorraden, vorderingen en liquide middelen) en de vlottende schuld (schuld die het komende boekjaar moet worden afgelost), de zogeheten current ratio.
De wetgever heeft geen eisen gesteld aan de hoogte van solvabiliteit en liquiditeit. Maar voor profit-organisaties (met uitzondering van financiële instellingen, zoals banken en verzekeringsmaatschappijen) wordt voor de solvabiliteit nogal eens uitgegaan van de verhouding 2:1, hetgeen betekent dat van het totaal geïnvesteerde vermogen maximaal twee derde vreemd vermogen (schuld) mag zijn en tenminste een derde eigen vermogen moet zijn. Voor de liquiditeit geldt nogal eens een current ratio van tenminste 1,2. De vlottende activa moeten ruim meer zijn dan de kortlopende schuld.
Veel organisaties die in deze crisis hulp nodig hebben van de overheid, voldeden aan beide normen in hun jaarrekening over 2019. Dus: ook financieel gezonde organisaties zijn al heel snel in de problemen gekomen. Dat bracht de Staatssecretaris van Financiën, Hans Vijlbrief, ertoe om een lastenverzwaring aan te kondigen voor het bedrijfsleven. Nu mag een bedrijf de rente op schuld aftrekken van de brutowinst, tot maximaal 30 procent van die winst (of 1 miljoen euro). Vijlbrief zei dat een van de lessen van de coronacrisis voor hem is dat Nederlandse bedrijven door de relatief hoge schulden die zij hebben, extra kwetsbaar zijn bij economische tegenwind. En dat is niet hun eigen fout, nee, dat is de schuld van de fiscus, stelde Vijlbrief. „Ze worden door het fiscale systeem geprikkeld zichzelf te financieren met heel veel schulden”, zei hij. En: „Ik ga die fiscale prikkel verminderen.” (bron: NRC, 11 juni 2020). De klassieke stelsels voor winstbelastingen in bijna alle OESO-landen belasten het rendement op het eigen vermogen, terwijl betaalde rente op vreemd vermogen aftrekbaar is. „Wanneer deze ongelijke behandeling tussen eigen en vreemd vermogen niet wordt gecorrigeerd in de inkomstenbelasting, resulteert effectief een belastingvoordeel voor het financieren van activiteiten met vreemd vermogen (debt bias)”, aldus de fiscalisten Schindler en Vrijburg in een bundel over belastinghervormingen die vorig jaar verscheen. Vijlbrief zou volgens Haagse bronnen werken aan een plan om de aftrek te verlagen van 30 naar maximaal 25 procent. Daarmee wordt de winstbelasting hoger, 300 miljoen euro volgens experts. Bijkomend voordeel is dat financiering met schuld onaantrekkelijker wordt.
Ik ben benieuwd wat deze crisis voor gevolgen heeft voor onze gangbare normen voor solvabiliteit en liquiditeit. Is een nog ‘behapbare’ schuld straks nog maar bijvoorbeeld 50% van het totale vermogen? Gaat een voldoende current ratio naar 1,5, of misschien nog wel hoger?
En overheden?
De Nederlandse overheid was bij het begin van de crisis al onmiddellijk gul in het beloven van financiële steun aan organisaties. De eerste verwachtingen over de omvang van de staatssteun gingen zelfs richting 90 miljard euro. Mogelijk, aldus onze premier en de minister van financiën, door de relatief lage staatsschuld. Dankzij begrotingsoverschotten in de afgelopen jaren, is onze schuldquote (de schuld in procenten van het bruto binnenlands product) gezakt tot ver onder de door de Europese Unie vastgestelde norm. Deze ligt, zoals bekend, op 60%. Nederland had eind 2019 een schuld van 49,2%. Spanje had op dat moment een schuld van 96,4%, Frankrijk van 99,3%, België van 101%, Italië van 133,2% en recordhouder Griekenland van 176,6%. Geen wonder dat veel van onze zuidelijk gelegen landen graag steun zouden willen ontvangen van de E.U., uiteraard uiteindelijk op te brengen door de ‘rijke’ landen, lees de landen met weinig schuld dankzij een verstandig financieel beleid. Landen die wat meer naar het noorden liggen, zoals Zweden met maar 36,9% of Denemarken met 33%. Ook hier kun je stellen: hoe slechter de solvabiliteit (hier als schuld in procenten van het bbp), hoe eerder de steun nodig is. Hoe sterk is Europa om lidstaten te dwingen om de schuld terug te brengen tot onder de norm, en wordt het niet eens tijd om ook die norm te herzien? Naar 50%? Of nog lager? Want een volgende crisis zal ooit komen.