Worden de Olympische Spelen te duur?
Eind vorige maand en begin deze maand vinden de Olympische Spelen plaats in Tokio. De door corona uitgestelde Spelen, die ter discussie zijn gesteld door enerzijds de hoge besmettingsgraad (en lage vaccinatiegraad) in Japan met de daaraan verbonden risico’s en anderzijds door de hoge kosten. Wederom hoge kosten, want de voorgaande edities van zowel de zomer- als de winterspelen zijn financieel rampzalig verlopen. Als de trend van steeds hogere kosten zich voortzet, lijken de Spelen onbetaalbaar te worden en komt het voortbestaan ervan in gevaar.
Torenhoge kosten
In De Volkskrant van 16 september 2020 stond een aardig artikel over de hoge kosten van de Spelen. Het artikel stelt onder andere: “Geen megaproject kent zo’n kostenoverschrijding als de Olympische Spelen. Organisatoren gaan na het indienen van hun eerste begroting ten onder aan onomkeerbaarheid, deadlines en het ‘blanco cheque-syndroom’, zo schrijven onderzoekers van de aan Oxford Universiteit verbonden Saïd Business School, onder leiding van de Deen Bent Flyvjberg.” Volgens dit onderzoek zijn de zomerspelen sinds 1960 gemiddeld ruim drie keer zo duur geworden als oorspronkelijk begroot, en de winterspelen bijna tweeëneenhalf keer zo duur.
Nu is hel lastig om de kosten van de Spelen te berekenen, want wat neem je mee in de kosten en wat niet? Zie je de bouw van een stadion als een investering, waarvan niet alleen de Spelen gebruik maken, maar in de toekomst ook andere evenementen worden gehouden? Neem je alleen de ‘out-of-pocket’-kosten, of reken je in de kosten ook zaken mee als de tijd van bijvoorbeeld ambtenaren en politie-inzet? Volgens het artikel in De Volkskrant worden in de begrotingen operationele kosten opgenomen op wedstrijdgebied (van personeel, via technologie, transport, administratie tot catering en medische diensten) en voor die van de olympische accommodatie, van stadions tot atletendorp en mediagebouwen. Infrastructurele aanpassingen, zoals wegen, vliegvelden en stations, vallen daarbuiten.
Naast hoge kosten zijn er ook opbrengsten. Een behoorlijk bedrag komt van mondiale sponsors, zoals Coca-Cola en Alibaba. Maar het grootste deel komt van de verkoop van tv-rechten. En de verkoop van toegangskaarten levert de nodige omzet op. Maar helaas zijn de opbrengsten bij lange na niet genoeg om de kosten te dekken; de enorme tekorten worden opgebracht door de organiserende stad of land.
Bij de toewijzing van de Spelen aan Tokio in 2013 werd uitgegaan van een kostenbegroting van 6,1 miljard euro. In december 2020 was de begroting gestegen tot 12,6 miljard euro.[i]
Volgens Japanse kranten is het werkelijke bedrag overigens zelfs inmiddels 23,6 miljard euro.
Hoe lang nog?
Om deze reden wordt het steeds lastiger nog een organiserende stad te vinden voor de komende Spelen. Na een eerste begroting trok de stad Rome zich geschrokken terug voor de Spelen van 2024. Uiteindelijk bleef Parijs als enige kandidaat over. Ook de Spelen van 2028 kende maar één kandidaat: Los Angeles. Datzelfde geldt voor 2032: Brisbane. Gelukkig waren er nog kandidaten, maar hoe lang nog? Steeds meer landen zien de Spelen als geldsmijterij en geldverspilling. Maar het einde van de Spelen zou zonde zijn voor de duizenden sporters wereldwijd die naar dit grootste sportevenement ter wereld vier jaar lang toeleven en voor de honderden miljoenen sportliefhebbers die genieten van ruim twee weken topsport op televisie. De Spelen zijn een ideaal platform om wat minder bekende sporten populair te maken, zoals handboogschieten, 3×3 basketbal of de biatlon. Dankzij de Spelen is er elke vier jaar een toeloop van jeugd naar sportclubs omdat zij zien hoe leuk sport kan zijn of vanwege de drang naar de eeuwige roem van een olympische medaille.
Een mogelijke oplossing
De organisatie van de Spelen is duur, en dat komt door de omvang ervan. Bijna elke soort van sport vereist zijn eigen accommodatie of stadion, en er is geen stad ter wereld die dat heeft. Er zijn dus enorme investeringen in infrastructuur nodig. Plus een Olympisch Dorp voor het huisvesten van al die sporters, om nog maar te zwijgen van hotelaccommodatie voor verslaggevers, fotografen, tv-ploegen, scheidsrechters, officials enzovoort. De vraag is: hoe kan dat anders?
Van elke Olympische sport vinden periodiek wereldkampioenschappen en andere grote toernooien plaats. Er zijn stadions genoeg in de wereld. Alleen: ze zijn verspreid over de wereld. Waarom dan de Spelen ook niet verspreiden over de wereld, maar wel tegelijkertijd te houden, samengepakt in twee weken? In het huidige systeem kunnen de Winterspelen nooit in schaatsland Nederland worden gehouden, omdat er geen bergen zijn. Maar waarom het Olympische langebaanschaatstoernooi niet in Heerenveen? Er is geen stad in de wereld met zoveel ervaring in het organiseren van een mondiaal schaatstoernooi, er zijn genoeg hotels en het stadion zit gegarandeerd vol. Dan kan de biatlon in Noorwegen, en tegelijkertijd skiën en snowboarden in Oostenrijk. En dan kan het schansspringen in Garmisch Partenkirchen plaatsvinden, ijshockey in een Canadees stadion en shorttrack schaatsen in Zuid-Korea. De accommodaties zijn er, want in de genoemde plaatsen en landen vinden met enige regelmaat wereldkampioenschappen plaats. Het enige nadeel is dat een sporter niet tegelijk én aan de reuzeslalom én aan ijshockey kan deelnemen, maar de praktijk leert dat er zelden of nooit sporters zijn die aan twee of meer verschillende sporten tijdens dezelfde Spelen deelnemen.
Hadden we ditzelfde idee ook al niet tijdens de net afgelopen Europese Kampioenschappen voetbal? Niet één organiserend land, maar de wedstrijden van het toernooi verspreid over verschillende, reeds bestaande stadions in Europa. En het zou me niet verbazen als dit concept in de toekomst meer zal worden toegepast, en ook bij de Wereldkampioenschappen Voetbal.
Door gebruik te maken van bestaande accommodaties over de hele wereld, kunnen de kosten van de Spelen dramatisch omlaag en kunnen sporters en sportliefhebbers op dezelfde manier blijven genieten. En de openings- en sluitingsceremonie? Ach, als die sneuvelen zullen er niet veel tranen worden gelaten. Sporters hebben een hekel aan de openingsceremonie, vooral als zij vlak daarna al aan de bak moeten. En bij de sluitingsceremonie is het merendeel van de deelnemers alweer thuis. Die ceremonies zijn peperduur en hebben voor de sport weinig toegevoegde waarde.
Kortom IOC: durf eens af te wijken van het geëigende pad en de Spelen ingrijpend te reorganiseren. Dat is nodig om het voortbestaan te garanderen!
[i] Aldus RTL Nieuws van 22-12-’20.